Van de redactie
Op een briefje
Begin november zat ik met oudste kleinzoon te kijken naar de turntoeren van zijn zevenjarige zusje, die ze uitvoerde op een regiowedstrijd.
Ze won er brons mee en samen met haar was iedereen natuurlijk verguld met deze prestatie. We hadden het over de kunst van aanloop en afzetten, springen en draaien, en weer netjes uitgebalanceerd op je voeten landen. Dat bracht kleinzoon op de spreuk, die hangt in het lokaal Nederlands waar hij als bovenbouwer van de basisschool wekelijks les heeft. Hij schreef het voor me op een briefje:
Als je ooit struikelt in het leven, maak er dan een salto van.
Een salto ... die zie ik mezelf niet maken. Maar die opwaartse beweging en je voordeel ermee doen, dat spreekt me erg aan. Struikelen maar niet vallen, integendeel. Precies waar we het in de redactie over hadden bij het maken van deze februarikrant.
Struikelstenen, in het Duits Stolpersteine, zijn inmiddels bekende gedenksteentjes voor joodse slachtoffers die omgekomen zijn in de Tweede Wereldoorlog. Ze worden geplaatst in de stoep voor hun laatst bekende vrije woning. Bedoeld als ‘belemmering en obstakel’ om aandacht te vragen voor de betekenis ervan.
De benaming is een uitdrukking uit de Bijbel. In het Oude Testament noemt Jesaja dat God voor Juda en Israël een ‘rotssteen der struikeling’ is (Jesaja 8:14). En van Jezus wordt dat ook gezegd, in de woorden van Petrus: ‘een steen des aanstoots en een struikelblok’ (Petrus 3:7). Een oorzaak of reden van ergernis dus, waaraan je figuurlijk de voet stoot.
In zijn toespraken windt Jezus er geen doekjes om: Hij zal vernederd worden en de dood in gejaagd. ‘Neemt u hier aanstoot aan?’ vraagt Hij als toehoorders geërgerd reageren en weglopen. Ook geeft
Hij het zijn leerlingen op een briefje: ‘Jullie zullen allen aan Mij geërgerd worden.’ Maar ook al struikelde iedereen over Hem, Hij wist waarvoor Hij het deed: uit liefde voor
alle mensen die God maakte.
Die salto ... nou nee. Maar struikelen over Jezus? Het zou zomaar je redding kunnen zijn.
• Marieke (A.M.) van der Giessen-van Velzen
hoofd/eindredacteur