ACTUEEL VERSLAG
Jongerenimam Shamier Madhar present bij kerkasiel in Kampen

Al sinds 21 november 2024 worden er 24/7 onafgebroken vieringen georganiseerd in de Open Hof in Kampen, om kerkasiel te bieden aan de familie Babayants die met uitzetting wordt bedreigd. Vanuit Zoetermeer voegden Shamier Madhar en vertegenwoordigers van het InterLevensbeschouwelijk Overleg Zoetermeer (ILOZ) zich afgelopen zondagmiddag in de rij van 320 voorgangers, 240 vrijwilligers en duizenden bezoekers, ter bescherming van het gezin.
Noem mij, bevestig mijn bestaan
Shamier Madhar was er op uitnodiging van Ria Pool Meeuwsen, humanistisch raadsvrouwe, die in de middagdienst voorging. Ria begon met een gedicht van Neeltje Maria Min: ‘Voor wie ik liefheb wil ik heten’ en noemde daarbij de namen van de kinderen Babayants: Aram, Ariana, Amelia en Aleksa, en hun ouders: Alexandr en Karina. Die al meer dan elf jaar zijn gevangen in twijfel en onzekerheid, en die symbool staan voor ruim 400 andere kinderen met hetzelfde lot.
Geworteld, ontworteld. Ria ging daarover het gesprek aan met Shamier Madhar. Shamier vertelde over zijn eigen migratie-achtergrond, zijn wortels in Suriname, en hoe hij zich als dienstplichtige bij de koninklijke marine bevestigd voelde als Nederlander. Maar ook zijn zorgen bij de maatschappelijke ontwikkelingen, en mn. die van islamofobie. Als jongerenimam spreekt hij geregeld jongeren die als Ahmed, Turan, Amena, geen stage- of werkplek kunnen vinden; die zich vaak meer dan 100% inzetten om hun integratie ‘te bewijzen’, maar desondanks als tweederangsburgers worden gepasseerd. Dat doet pijn…. Hoe kun je wortelen, hoe stevig moeten je wortels zijn, in zo’n klimaat?
Verwelkoming van een nieuw begin
Shamier nam als voorganger daarna het stokje over. Hij deed dat met een traditioneel islamitisch welkomstlied: Tala‘a al-Badru ‘alayna. Volgens de overlevering werd het gezongen door een groep mensen uit de stad Medina toen de Profeet Mohammed in het jaar 622 daar binnenkwam na zijn Hijra (migratie) vanuit Mekka. Het staat symbool voor gastvrijheid, vreugde en verwelkoming van een nieuw begin.
Op zijn beurt had Shamier een gesprek met Vida Niazian, die ook uit Zoetermeer was meegekomen. Vida vertelde over heftige jaren in Iran, waar het gezin als Baha’ï-gelovigen voortdurend op de vlucht was voor intimidatie en geweld. En van de hulp en ondersteuning die ze bij haar opvang in Zoetermeer van met name kerkelijke vrijwilligers had ontvangen. Vooral de ervaring verstoten te worden door je land- en volksgenoten maakte veel indruk op de aanwezigen. Op de vraag wat ze het meest miste van haar geboorteland, had Vida een bijzonder antwoord. In Iran, zoals in veel niet-westerse landen, is de ‘wij-cultuur’ van familieverbanden belangrijk. In Nederland, en andere westerse landen, is dat de ‘ik-cultuur’ van individuele vrijheid. Vida voelde zich verrijkt dat ze zich in beide culturen mag bewegen. De vreugde van het verbinden van je traditie aan een nieuw begin.
Dit is ook Nederland!
Op haar eigen blog kijkt Vida terug op deze indrukwekkende kennismaking met het kerkasiel in Kampen: “Met tranen van bewondering wil ik u danken, vrijwilligers van het kerkasiel, die dag en nacht waken terwijl de kaars blijft branden. Die met uw gebeden, uw liederen, en uw aanwezigheid een gezin beschermt tegen de kilte van regels. Die laat zien dat compassie sterker is dan bureaucratie. U bent het kloppende hart dat bewijst: menselijkheid leeft! Ik weet hoe het voelt; dat ik er nog ben, is dankzij mensen zoals u.”
Foto: De ILOZ-delegatie bij kerkasiel Kampen, vóór de spelden-kaart van betrokken voorgangers en vrijwilligers. Vlnr. Flip Bakker, Shamier Madhar, Ria Pool (gastvoorganger), Vida Niazian, Annelies Stikkelorum. (foto ILOZ).