INTENSE TOEWIJDING

Geloven vráágt om lichaamstaal




GEBEDSHOUDINGEN Om gevoelens en emoties uit te drukken, maken mensen gebruik van fysieke gebaren en houdingen. Voetbalsupporters staan juichend overeind wanneer hun team een doelpunt maakt. Bezoekers van muziekconcerten steken hun handen in de lucht en applaudisseren na ieder nummer. Geliefden tonen hun affectie voor elkaar met een kus of een knuffel. Dit toont aan dat de mens niet alleen een geestelijk of emotioneel, maar ook een lichamelijk wezen is. 

Niet verwonderlijk dus dat ook gelovigen gebruik maken van lichaamstaal om hun leven voor God te brengen. Denk aan het gebed in de islam, waar men zich ritueel tot God wendt door te staan, te buigen en te knielen. Ook christenen kennen een grote verscheidenheid aan gebedshoudingen en rituelen, zoals het maken van een kruisteken, het vouwen van de handen of het rechtstaan tijdens de Evangelielezing zoals gebruikelijk in de rooms-katholieke kerken.
Gelovigen gebruiken niet enkel woorden om God aan te spreken, maar zetten hun hele lichaam in: ze vouwen de handen om te bidden of strekken ze uit naar de hemel. Ze werpen zich neer voor God, staan recht om naar het Evangelie te luisteren, en buigen of knielen tijdens de consecratie van het brood en de wijn. Tegelijkertijd verbinden christenen zich op die manier met andere gelovigen. Liturgische handelingen zijn immers geen private rituelen, maar zijn een teken van eenheid en betrokkenheid van de hele kerkgemeenschap.

Knielen heeft een mooie en bijzondere betekenis. Het is immers een teken van nederigheid, waarbij we ons klein maken voor God en ons openstellen voor Zijn genade. Knielen, zo schrijft Anselm Grün, is ons ‘door God laten raken, God serieus nemen als de volledig andere die we nooit begrijpen, die ons overweldigt’.

Men kan nog daarbij nog onderscheid maken tussen verschillende vormen, zoals het liggen op de grond en het knielen zelf. Beide komen in de Bijbel voor. Zo wierp Jozua zich neer voor God (Jozua 5,15), en bad ook Jezus al liggend op de grond (Matteüs 22,39). Vandaag de dag wordt deze liggende gebedshouding in de rooms- katholieke kerk gebruikt tijdens Goede Vrijdag en tijdens het sacrament van de wijding. Het is een indrukkend teken van overgave aan God.

Ook de gewoonte om te knielen heeft een lange traditie als teken van nederig­heid, eerbied en aanbidding. De profeet Ezra, bijvoorbeeld, spreidde zijn handen uit naar God en viel daarbij op de knieën (Ezra 9,5). Het boek Handelingen vertelt hoe Petrus, Paulus en alle andere leden van de geloofs­gemeenschap al knielend baden tot God (Handelingen 9,40; 20,36; 21,5).
Knielen wordt meestal gedaan na het ontvangen van brood en wijn als intense gebedshouding van toewijding, en in de katho­lieke kerk vaak bij de schuldbelijdenis, het tafelgebed en de voorbeden. In evangelische kerken is staan en knielen, je handen heffen in dankbaarheid of naar voren komen om jezelf opnieuw aan God te geven, heel gebruikelijk.

Matthé Vermeulen
NICOLAASPAROCHIE