Europese conferentie over nieuwe vormen van kerk-zijn

Van melk­soep naar pioniersplek




REPORTAGE Van het dorp Kappel am Albis in Zwitserland had ik eerder niet gehoord. Van de Kappeler oorlog waar rooms-katholieken en protestanten in het jaar 1529 slaags raakten ook niet. En al helemaal niet van de beroemde Kappeler Melksoep, die in de Zwitserse geschiedenis symbool is geworden van vrede en oecumene.

Wel wist ik van de gedreven voorvechter en reformator Hyldrich Zwingli, die min of meer onaf­han­kelijk van reformator Maarten Luther tot ongeveer dezelfde conclusies kwam aangaande geloof en leer van de kerk. Ook dat Zwingli bisschop van de Grossmünsterkerk in Zürich was, maar weer niet dat hij bij Kappel am Albis in 1531 het leven heeft gelaten.
Terwijl een deel van Zwitserland onder leiding van Zwingli overging naar het protestantisme, bleven vijf kantons loyaal aan de Rooms-Katholieke Kerk. Dat leidde tot een burgeroorlog met de kantons die achter Zwingli stonden, waarbij Bern zich gematigder opstelde dan Zürich. Terwijl de generaals van beide legers in juni 1529 onderhandelen om tot een vredesverdrag te komen, heeft het voetvolk elkaar al gevonden. Bij Kappel am Albis tussen Zürich en Zug hebben ze bij de grenspaal een grote pan romige soep neergezet. Sommigen hebben zich al ontdaan van harnas en helm, en de wapens zijn opzij gelegd. Het schilderij toont een gemoedelijk samenzijn met vredig uitzicht op glooiende berghellingen. Katholieken en protestanten dopen lepels en stukken brood in een en dezelfde kuip.

Precies op deze plek, in Kappel am Albis, zo’n 20 kilometer onder Zürich, nam ik half juni deel aan een meerdaagse Europese Conferentie over Kerkpionieren. Afkomstig uit acht landen en uit veel verschillende kerkfamilies waren we te gast in Kloster Kappel. De fundamenten stammen uit 1185 en met de bouw van de huidige kloosterkerk, waar elke dag drie keer een korte gebedsviering wordt gehouden, werd in 1250 begonnen. De overige gebouwen zijn aangepast als conferentiecentrum, met een grote moestuin eromheen. Er was de Finse lutheraan Antti, de Praagse evangelische broeder Jonáš, de Frans-Zwitserse evangelisch-protestant Jean-Christophe, de Britse anglicaan Matt, de waldenzische Ulrike uit Genua, de Duitse katholiek Thomas uit Augsburg, de lutherse Sandra uit Hannover, de Oostenrijkse rooms-katholieke Tamara, de Engelse baptist Simon uit Cornwall, voortrekker Tina van de Church of England, Felix van het Duitse bisdom Speyer, Christoph uit katholiek Aken, voorganger Tim uit de Duitse Pfalz, Claudia van de Duitse evangelische kerk, en ons Nederlandse groepje aangeduid als ‘the Dutch people’ uit verschillende geledingen van de Protestantse Kerk. Een oecumenisch gezelschap, waarvan enkelen elkaar al eens eerder ontmoet hadden maar voor de meesten waren de gezichten nieuw.
Organisator was de Evangelisch-Reformierte Kirche van het kanton Zürich in samenwerking met dat van Bern. Het vijfkoppige team, bestaand uit Monika en Franziska, Ralph en Mathias en de half-Griekse Spiro, zorgde voor een warme ontvangst van alle reizigers, hoe laat op de avond ook aangekomen. Met ontwapenende charme wisten zij ons door het programma te leiden zonder de Zwitserse punctualiteit ook maar enigszins geweld aan te doen.

Er waren workshops en presentaties, bedoeld om kennis en ervaringen uit te wisselen, hobbels en valkuilen te bespreken, elkaar te inspireren, en vooral ook om niet opnieuw het wiel uit te hoeven vinden. Het Verenigd Koninkrijk loopt voorop met al twintig jaar ervaring met ‘fresh expressions’ en de Protestantse Kerk in Nederland pioniert zo’n zestien jaar. In andere landen staat het soms nog in de kinderschoenen. Ook lopen enthousiaste gelovigen aan tegen sceptische kerkleiding of gebrek aan draagvlak in hun eigen gemeente, als ze ideeën en nieuwe mogelijkheden voorstellen om mensen in aanraking te brengen met het Evangelie.
Bij kerkpionieren gaat het om nieuwe plekken waar je met nieuwe mensen de Bijbel en je geloof wilt delen en iets van Gods nieuwe wereld kunt laten zien. Kerken worden over de hele linie leger en als mensen de kerk niet meer binnenkomen, is het zaak dat de kerk eropuit gaat.
We hadden het er bijvoorbeeld ook over dat benamingen als ‘proefplek’ of ‘kerklab’ niet overal geschikt zijn. In Duitsland doet dit te veel aan experimenten uit de nazitijd denken. Dan kun je beter iets zoeken met ‘ruimte voor de ziel’ of iets wat duidelijker met God en geloof te maken heeft.

Op de tweede dag bezochten we interessante plekken in Zürich en het nabije Winterthur en Effretikon. Ik lunchte in een restaurant waar gastvrijheid en gastronomie hand in hand gaan en eenzame jongeren een aanspreekpunt vinden. Ik zag een werkruimte die drie mensen in een kantorencomplex huren, waar ze tijdens lunches en instuifborrels en met design-ontwerpen in de vitrine met anderen in gesprek raken over geloof, hoop en liefde. Ik kwam in een moestuin die asielzoekers aantrekt en waar gezocht wordt naar verbinding met plaatselijke inwoners. Er was Zytlos, een soort onthaastingscafé, en ook Netzkloster, een online kloostergemeenschap, waar dagelijks twintig mensen in gebed en meditatie aanschuiven overal vandaan.

Op de morgen van de derde dag stonden we in een spontaan ingelast halfuur samen in de kloosterkerk te zingen, rond orgel en piano. Een korte liturgie van Engelse en Latijnse liederen, zoals ‘Ubi caritas’ en ‘Morning has broken’. Als intermezzo had ik met de Duitse Thomas zijn lievelingslied uit het jeugdpastoraat kort geoefend, dat hij enthousiast begeleidde op zijn gitaar. Anderen stemden in en op het laatst zong iedereen het refrein makkelijk mee:

Zoals de nacht wijkt
voor de morgen
verdwijnt de angst uit de zíel.
Zo groeit een licht in U geborgen,
de kracht van een níeuw begin!

Marieke van der Giessen-van Velzen
KiZ-REDACTEUR

Afbeelding: ‘Melksoep van Kappel’, schilderij van Albert Anker uit 1869, gebaseerd op de kroniek van Heinrich Thomann uit 1606.