Het Laatste Avondmaal

De eetzaal van Meester Leonardo






Een kwetsbaar meesterwerk
In 1495 begon meester Leonardo da Vinci met zijn muurschildering van het Laatste Avondmaal, een beeld dat nu iedereen kent. De muren van de door hem afgebeelde eetzaal zetten zich voort in de fysieke muren van het refectorium in het klooster Santa Maria della Grazia, waar eens Dominicaner monniken maaltijd hielden. Als ze omhoog keken, konden ze zich spiegelen aan hun voorgangers: Jezus’ eerste volgelingen bij hun laatste Avondmaal. Achter de gestalten van Christus en zijn leerlingen stroomt door de vensters het licht van het Italiaanse landschap rond Milaan naar binnen. 

Wie Milaan bezoekt, kan dit beeld nog steeds op dezelfde plek bewonderen waar het is gemaakt. Een mirakel, want het begon na korte tijd al te schilferen als gevolg van Leonardo’s experimentele techniek. Het iconische werk heeft sindsdien een lange reeks van ongelukkige restauraties ondergaan en ternauwernood overleefd. Van de oorspronkelijke verf zijn nog maar weinig fragmenten bewaard, de rest is in de jaren negentig zo zorgvuldig mogelijk gereconstrueerd. Toeristen worden in groepjes toegelaten om de schildering een kwartier lang te bewonderen. 

Een nieuwe benadering
De zoeker en perfectionist Leonardo had, met onderbrekingen, drie jaar nodig om zijn visie op dit beslissende ogenblik in het Evangelie te vertalen in verf. De traditionele uitbeelding van het bijbelverhaal paste hem niet, net zo min als de frescotechniek waarmee muurschilderingen in korte tijd in nog natte kalk moesten worden gemaakt. Hij gebruikte liever temperaverf om langzamer te kunnen werken.  Hij ging ook niet mee met de traditie om de apostelen als een eenvormig collectief af te beelden, met Judas Iskariot als enige tegenover de rest aan de overkant van de tafel. Hij brak de discipelschaar op in vier discussiërende groepen van drie. Maar binnen elk van deze trio’s zien we heel verschillende individuele reacties op Jezus’ schokkende onthulling bij het breken van het brood: ‘Eén van jullie zal mij verraden.’ 

Heftige gebaren
Het is daar aan tafel niet koekoek-één-zang, integendeel. Elke tafelgenoot heeft zijn eigen verhaal, op de schildering af te lezen aan blikken, gebaren en houdingen, soms ondersteund met attributen die de eigenaar herkenbaar maken. Bartholomeüs (in wie Leonardo zichzelf portretteerde) springt geschokt op, Johannes zakt bijna ineen. Mattheüs gebaart kwaad en vol ongeloof van zich af: Hém verraden? - Philippus houdt zijn hart vast: Ik toch niet, Heer?ndreas werpt zijn handen omhoog: Dit is het einde! En Thomas wijst omhoog – Moge God hem straffen! – met de vinger, waarmee hij later in Jezus’ wond zal tasten.Judas Iskariot gooit een zoutvat om – teken van onheil; hij omklemt zijn geldbuidel en tast naar het brood; hij wijkt terug, zijn gezicht beschaduwd door Petrus die Johannes aanklampt: Wie is het? En in Petrus’ andere hand blinkt al het mes, waarmee hij naderhand Malchus’ oor zal afsnijden. Of wijst het mes met opzet naar Bartholomeüs, die de marteldood stierf toen hij levend werd gevild? Johannes, naast Jezus gezeten, sluit de ogen en heeft zijn handen gevouwen, in zichzelf gekeerd.  Rechts aan tafel reageren Mattheüs, Judas Thaddeüs en Simon juist heftig gebarend in Jezus’ richting – als echte Italianen zou je zeggen – ze lijken verbijsterd door Jezus’ woorden. 

Geen aureool
Sereen, met neergeslagen blik, troont Christus in het midden, met zijn rechterhand een zegenend, met de andere een schenkend gebaar makend naar brood en beker. Zijn hoofd is het centrum van de schildering, hij is letterlijk en figuurlijk het middelpunt van dit verhaal. Alle perspectieflijnen waarmee Leonardo minutieus zijn compositie opzette, vertrekken uit een punt aan Christus’ rechterslaap. Zijn hoofd en handen vormen een driehoek, beeld van de Drie-eenheid Vader, Zoon en Geest. Zijn gestalte is menselijk en majestueus tegelijk. Zo zijn de discipelen ook meer als mensen afgebeeld dan als heilige martelaren. 

Opvallend genoeg ontbreken op deze schildering de aureolen – lichtkransen als teken van heiligheid. Aan Leonardo’s avondmaal hebben geen heiligen plaatsgenomen maar emotionele mensen van vlees en bloed, met wie we ons nog steeds kunnen identificeren. De verf is vervaagd, maar het beeld blijft even indringend als het verhaal. 

Theo Poot