Met Selma aan de Perronlunch






‘Aan tafel, we gaan eten!’ Dat klinkt regelmatig op bepaalde tijden als we in een gezin of in een gezelschap zijn. Mevrouw Selma Napjus heeft dit ook lange tijd in haar leven als ‘gewoon’ ervaren.

Met haar man en kinderen leefde zij haar leven. Dat leven veranderde. Kinderen werden groot, vlogen uit en het werd toen gezellig samen verder met haar man. Ze waren aan het Oosterheemplein gaan wonen in een comfortabel appartement. Winkels om hen heen en een mooi uitzicht. Selma, van oorsprong Amsterdamse, houdt van gezelligheid. Als dat gezellige leven een grote ommekeer krijgt wanneer haar man ziek wordt en overlijdt, is de gezelligheid en het ‘aan tafel’ helemaal weg uit haar leven.
Maar dan komt op een dag die aardige Liesbeth. Ze komt haar ophalen om een kopje koffie te gaan drinken bij de overburen, de Oosterkerk. Selma ziet dat helemaal niet zitten, want die kerk had ze liever niet dan wel op het plein zien verschijnen.
Lachend vertelt ze: ‘Toen ik van die plannen hoorde ..., nou echt niet nodig. Het grasveld was uitnodigend voor hondenliefhebbers en wat leuke winkels en restaurantjes zijn wel zo nuttig. Maar’, zegt ze met nadruk, ‘dat is nu beslist anders.’ 
Liesbeth nam haar mee om in de kerk een kopje koffie te gaan drinken en meteen voelde zij zich thuis. Geen gedoe over kerk zijn, gewoon gezellig over van alles met elkaar praten. Ze voelde heel duidelijk: ‘Hier mag ik mezelf zijn.’
Het bleef niet bij het kopje thee en koffie op de inloopmiddag. Bij de Perronlunch op woensdagmiddag is Selma ook aangeschoven en daar is ze nog enthousiaster over. Fred, de man die de Perronlunch verzorgt, was meteen heel vriendelijk voor haar en de lunch is heerlijk. ‘Er is altijd iets verrassends, beslist niet elke week hetzelfde.’ En het allerbelangrijkste: ‘gezellig met elkaar aan tafel’. 
Selma geniet van de gesprekken die ze met iedereen heeft. Omdat ze zelf ook open van alles vertelt, is dit een wederzijdse beleving met de mensen die ze ontmoet. 
Selma zegt in ernst: ‘Was ik zo tegen de bouw van dit gebouw, maar wat geven de mensen die ik daar ontmoet mij een rijke invulling in mijn leven.’
 
Marjolijn van der Haven-Verweij