‘We zijn ménsen naar Gods beeld’
INTERVIEW Op zijn achttiende kwam hij uit Paramaribo om te studeren aan de TU Delft en daarna terug te gaan om mee te helpen Suriname op te bouwen. Daar is niet van gekomen, al wil hij dat nog wel erg graag. Guus Liqui Lung is betrokken bij Godsgemeente Ezechiël en vertegenwoordigt in het Beraad van Kerken de evangelische en pinkstergemeenten van Zoetermeer.
‘Mijn moeders vader was onderwijzer op een katholieke jongensschool. Die opa heeft Chinese roots. De moeder van mijn oma was de dochter van een vrijgemaakte slavin, die schoonmaakte bij een Chinese winkelier. Ik heb onderzoek gedaan naar haar voorouders, die slaven waren op de plantages in het district Commewijne.
Mijn biologische vader was als militair in het Nederlandse leger medio jaren vijftig gestationeerd in Suriname. Hij werd teruggestuurd nadat hij mijn moeder zwanger had gemaakt. Die relatie was verboden. Hij heeft mij nog willen adopteren maar dat is niet gelukt. In 2006 heb ik hem gevonden via zijn dochter, hij was in 1972 naar Australië geëmigreerd. Zijn moeders familie kwam uit het Indische Monteiro, zijn blanke vader uit Oost-Duitsland: Bollerman, oorspronkelijk met nn. En de voorouders van mijn schoonmoeder hebben dan weer Duits-Joodse wortels.
Het maakt je een ander mens, met al die bloedgroepen. Je bent getint, hebt zwart haar, praat met een licht accent, je valt op. Jouw andere uiterlijk vormt een belemmering, ook al heb je gestudeerd. Je wordt niet serieus genomen. Toen mijn vrouw en ik in 1995 een huis in Zoetermeer wilden kopen, een vrij dure woning toen, vertrouwde de makelaar ons niet. En op een bevrijdingsfestival zelfs kreeg mijn zoon te horen ‘rot op naar je eigen land’.
Het is niet goed voor te stellen dat we dezelfde Bijbel als waarheid aannemen en tot zulke uitwassen van slavernij en discriminatie komen. Het wordt tijd voor verbinding, voor liefde en medemenselijkheid, zoals het Charter of Compassion nastreeft, ongeacht ras, geloof of afkomst.
Het is belangrijk dat dit thema in de kerken op de agenda blijft staan. Je kunt groen, paars, geel of rood zijn, we zijn ménsen naar Gods beeld. Laten we zo naar elkaar kijken, als medemensen die Jezus als Redder hebben aangenomen.’
Marieke van der Giessen-van Velzen