HET MOET ANDERS
Een krans met Keti Koti is niet genoeg
INTERVIEW Tien jaar geleden, op 10 januari 2013, richt Diane Vlet de Stichting Herdenking Slavernijverleden Zoetermeer op met als doel aandacht te vestigen op het slavernijverleden in vooral de inheemse gebieden van Suriname en de Nederlandse Antillen. Betrokken en bevlogen vertelt zij over wat haar dagelijks bezighoudt.
Na de dood van haar vader in 2005 kreeg Diane behoefte uit te zoeken wie zij was en waar haar wortels lagen. Haar geschiedenis gaat terug naar Suriname, waar haar opa Johannes Vlet een tot slaaf gemaakte was, maar haar vader niet meer.
Toen zij ontdekt had hoe de historie in elkaar zat, maakte zij een rouwproces door. Zij voelde altijd wel de doorwerking, maar het was haar onbekend wat haar inheemse voorouders hadden moeten doorstaan. Zij kon daardoor gaan begrijpen waarom dingen in haar leven gebeurden en waar de onbestemde pijn vandaan kwam. Zij ging over tot actie.
Via haar stichting wilde zij aandacht vragen in Zoetermeer voor het slavernijverleden in Suriname en de Nederlandse Antillen, onder andere door middel van de jaarlijkse herdenking op 1 juli bij Keti Koti – het feest van de ‘verbroken ketenen’, de officiële afschaffing van de slavernij 150 jaar geleden –, het geven van lezingen en workshops, publiceren van documentatie- en lesmateriaal en samenwerking met andere organisaties.
Inheemse bevolking wordt nog steeds achtergesteld
Al een decennium lang probeert Diane haar doelen te bereiken, maar ik bespeur in haar verhaal teleurstelling. Het gaat haar niet alleen om het slavernijverleden, ook de moderne slavernij in Suriname verdient alle aandacht en krijgt die volgens Diane niet. De inheemse bevolking wordt nog steeds achtergesteld, misbruikt, mishandeld en aan eigen lot overgelaten. Diane onderstreept dit met afschrikwekkende voorbeelden.
‘Een krans leggen met Keti Koti gevolgd door een hapje en een drankje is mooi’, zegt zij, ‘maar daarna gebeurt er niet zo veel meer. Dat moet anders.’ Zij pleit voor gerichte innovatieve projecten ter plekke, zoals het stichten van een school, verbeteren van de gezondheidszorg en het zorgen voor schoon drinkwater. Want dat is wat er ontbreekt bij de inheemse bevolking.
Inzet kerken nodig
Diane zou graag zien dat de kerken zich daar mede voor willen inzetten, want de kern van de christelijke boodschap is toch: Heb uw naaste lief. ‘Als christenen moeten we ons blijven afvragen: wie zijn onze naasten en zijn wij daar goed mee bezig?’ vindt Diane. ‘En laten we respect hebben voor elkaar en voor de natuur, dan zal de wereld er een stuk beter gaan uitzien.’
‘Zonder God zou ik verdronken zijn in verdriet’
In haar strijd tegen het onrecht toen en nu de inheemse bevolking in Suriname aangedaan komt Diane veel onverschilligheid tegen. Maar ‘God is mijn houvast’, zegt ze, ‘zonder God zou ik verdronken zijn in verdriet.’
Veertig tot zestig uur per week houdt deze moedige vrouw zich bezig met haar roeping. Het liefst zou ze haar baan er voor opgeven en zich volledig wijden aan het oproepen van gemeentelijke en maatschappelijke instanties, kerken en ieder die het horen wil: ‘Neem je verantwoordelijkheid en kom over de brug!’
Want het blijft knagen. Maar Diane geeft niet op, ze blijft ‘schreeuwen om hulp’.
Lees meer op www.slavernijztm.nl
Hanneke Lam