Van de redactie
‘Hij was bij mij’
Het meisje Amy, hooguit 4 jaar oud, wees de getekende Jezus aan in een platenbijbel in stripvorm. ‘Hij was bij mij. Ik was niet alleen.’
Geen woord had ze gesproken nog, nadat ze na dagen gevonden was in een verwoeste kerk ergens in Orissa, een deelstaat in het oosten van India. Tussen de lichamen van haar vader en haar moeder. De christelijke gemeente was in het kerkgebouw aangevallen en alle aanwezigen waren gedood.
Christenen uit andere gemeenten die kwamen kijken vonden haar.
Ze werd opgevangen in een christelijk kindertehuis in zuidelijk India, maar praatte een jaar lang niet. Alles werd ingezet, niets hielp, tot de therapeute een stripbijbel opensloeg. Het was Jezus die de tong van het meisje losmaakte en de woorden wakker riep.
Ik hoorde dit getuigenis bij het schikken van het liturgische bloemstuk in de Oude Kerk. Het werd de vijfde zondag in de Veertigdagentijd op weg naar Goede Vrijdag en Pasen, de zondag met de naam ‘Judicare’, naar Psalm 43:
Verschaf mij recht, o God, vecht voor mijn zaak.
De collecte was die zondag bestemd voor Rwanda en de schikking kreeg symbolisch de kleuren van dit land op weg naar hoop en herstel. De bloemschikster legde er de stripbijbel Jezus Messias van Willem de Vink bij. Het levensverhaal van Jezus en zijn passie, die de wereld heeft veranderd. Jezus die de Overwinnaar is met zijn liefde en nabijheid voor alles en iedereen.
En toen las ik dit in Psalm 37 in de Willibrord Vertaling:
Vertrouw op de HEER en houd zijn weg aan.
Ik zag eens zo’n goddeloze tiran,
als een reuzenboom spreidde hij zijn takken;
Ik kom weer voorbij, en hij is weg;
hoe ik ook zocht,
hij was niet meer te vinden.
Maar let eens op de vrome,
op een eerlijk mens:
een mens van vrede heeft toekomst.
• Marieke (A.M.) van der Giessen-van Velzen
hoofd/eindredacteur